Tegenwoordig wordt het woord vintage gebruikt als verzamelnaam voor alles wat tweedehands is. Met deze tips wordt het al een stuk makkelijker om echte vintage kleding te herkennen.

Er zijn veel misverstanden over vintage kleding. Waar de één beweert dat alles wat uit de tweedehandswinkel komt vintage is, roept een ander dat alleen tweedehands designerstukken vintage genoemd mogen worden. Maar wat is vintage kleding? En, nog belangrijker, wat kun je doen om vintage kleding te herkennen?

Vintage

Vintage is een woord dat over het algemeen gebruikt wordt voor oude kleding die opnieuw wordt gedragen. De specifieke term vintage geldt voor kleding die ongeveer afkomstig is uit de periode 1920-1960. Alles van voor 1920 wordt gezien als antiek. Kleding uit de periode 1960-1980 krijgt de naam retro, waardoor eigenlijk alles wat jonger is gewoon onder de term tweedehands zou kunnen vallen. Nu wordt er veel kleding gemaakt in een vintage stijl, dit is nieuwe kleding die geïnspireerd is op oude kledingstukken.

Trend

De trend rondom vintage kleding is eigenlijk begonnen doordat celebrity’s oude jurken van bekende ontwerpers gingen dragen. Onder andere Kate Moss en Julia Roberts droegen toen kleding van meer dan 30 jaar geleden. Inmiddels vind je overal tweedehandswinkeltjes en markten waarop de kleding wordt aangeboden.

Herkennen

Maar de vraag blijft, hoe je nu een echt vintage kledingstuk kunt herkennen. Er zijn een paar tips waaraan je de leeftijd van een kledingstuk kunt zien. Zo zijn er pas sinds 1960 plastic ritsen. Ook kun je kijken of er een wasvoorschrift in je kledingstuk zit. Als dit het geval is, kan de kleding ook niet van voor 1960 zijn.

Voor oudere vintagekleding kun je ook kijken naar de plaats van de rits. Jurken en broeken uit de jaren 40 en 50 hadden vaak een rits aan de zijkant, in plaats van aan de voor- of achterkant. Ook werden er in de jaren 30 en 40 veel kledingstoffen gemaakt van nylon, omdat dit toen net was uitgevonden. Bij jurkjes kun je bovendien kijken of er een onderrok aan vastgemaakt is. Rond 1950 had elke jurk een onderrok voor meer volume.

Natuurlijk kun je ook aan de stijl zien uit welke periode een kledingstuk komt. Hiervoor zul je je echter wat meer moeten verdiepen in de mode. Zo kun je voor kleding uit de jaren 50 kijken naar grote wijde hoepelrokken, terwijl aan het eind van de jaren 60 juist de minirokjes weer in de mode waren. Dit is de moeilijkste manier om te kijken hoe oud een kledingstuk is en het is dan ook beter om te letten op labels, ritsen en stoffen. Als er in dat leuke jurkje een label zit met ‘Made in China’ dan is je kledingstuk nog niet heel oud. Bij een label waarop herkomst uit Europa vermeld wordt, heb je al meer kans.